Wie ben ik om ruimte in te nemen?
Hoe misleidend kan het soms zijn om alleen naar iemand zijn woorden te luisteren terwijl we beiden een slok nemen van onze warme drankjes en lekker nestelen in onze stoelen.
Dat is de gedachte die door mijn hoofd heen gaat, terwijl we met tegenwind over de hei heen lopen, hopend op een streepje zon. Het is tenminste droog vindt mijn gesprekspartner. Dat is een feit. En zo volgen nog meer nuchtere en weloverwogen uitspraken die de indruk wekken dat iemand helemaal in balans is. Er spelen geen ernstige en ontwrichtende life events, het zelfgevoel is positief en qua functioneren is er niet echt sprake van problemen.
Waarom lopen wij dan op de hei? Waarom deze gesprekken? Als je zo getraind bent om pathologie op te sporen, te bespreken en samen te kijken hoe het gezonde deel van iemand het roer (weer) over kan nemen, dan veroorzaakt een groot gezond deel verwarring. Dan is het zoeken naar patronen, die iedereen heeft, soms nog lastiger. Het is zoeken naar nuances in plaats van in het oog springende problematische gedragingen of gedachten.
In het oude kantoor, met die comfortabele stoelen en die warme drankjes, konden dit soort trajecten soms heuse puzzels worden. Al zittend (en in slaap vallend) probeerde mijn of onze neocortex te analyseren en te snappen wat er gezegd werd om een ingang te vinden tot ontwikkeling, groei. Want dat is waar het vaak om gaat, waar de cliënt om vraagt. Het gaat in principe goed met mij, ik functioneer, maar ik zou graag willen begrijpen waar dit of dat vandaan komt en hoe ik me hierin kan ontplooien.
In het nieuwe kantoor, die met de tegenwind en mulle zand, helpen wat extra factoren ons aan antwoorden. Ons brein is actief, nieuwsgierig en creatief en we krijgen de tijd om wat er gezegd is op ons gemak tot ons door te laten dringen. Maar ook om fysiek te doorvoelen wat er gezegd wordt. We komen wat mensen tegen, iets teveel eerlijk gezegd en daar gebeurt precies wat in de voorbeelden van de cliënt altijd gebeurt. Wie gaat voor wie opzij en hoeveel ruimte mag je innemen ten opzichte van elkaar? Ik observeer wat er gebeurt en maak het bespreekbaar. Hoe voelde het nu om opzij te gaan voor de hardlopers? Is het vergelijkbaar met wat er gebeurde binnen het team? Wat zou je anders willen doen? Hoe ziet dat eruit?
“Ik mag mijn ruimte innemen en ik mag desnoods achteraf laten weten dat ik het onprettig vond dat niemand had gedacht aan mijn plek. Dat ik gevraagd wil worden, dat ik erbij wil horen….Vind je het goed als ik nog even blijf en opschrijf wat ik net ervaren heb?“
“Neem de tijd en de ruimte” is mijn antwoord.
Geschreven door Irina Poleacov voor De Buitenpsychologen